21 december 2012

Almar Otten


De schrijversloopbaan van Almar Otten werd op gang getrokken door een vierdelige thrillerserie rond het thema 'Deventer moordzaken'. Ook in de nieuwe reeks  - opgebouwd rond historica Lineke Tesinga - blijft de Hanzestad aan de IJssel de springplank van zijn verhalen.

Hoewel Almar Otten een begenadigd verteller is die je telkens opnieuw meeneemt op schattenjacht, doe je hem met dat etiket alleen, te kort. Zowel in De afstammeling als in Blauw goud weet hij je te verrassen met minder bekende, maar uiterst originele, bladzijden uit de geschiedenis van zijn streek. Deze kwaliteiten vielen ook de juryleden van de Diamanten Kogel op. De 2012-trofee van deze Vlaamse misdaadprijs ging naar Blauw goud.  

'Het schrijven van thrillers is een uit de hand gelopen hobby', zo klinkt een bescheiden uitspraak van de Deventenaar. Voor wie uitkijkt naar meer vakwerk van hem, ligt nu Jeugdzonde, het derde deel van deze historische misdaadreeks, in de winkel. 
(Dit interview vond plaats naar aanleiding van het winnen van de Diamanten Kogel)
 

'Met een boek toon je de wereld wat je zelf, jij alleen, hebt gemaakt.
Er is niets of niemand waarachter je je kan verschuilen als je kritiek krijgt.'
 

Zowel in De afstammeling als in Blauw goud speelt Saksen, nu een deelstaat in het oosten van Duitsland, een rol. Is dat een streek die je goed kent… in je hart draagt?  

Vreemd genoeg kende ik de streek niet voordat ik er tijdens het schrijven van De Afstammeling terechtkwam. Andere delen van voormalig Oost-Duitsland wel, maar uitgerekend Saksen niet. Toen ik aan Blauw Goud begon, had ik ook niet kunnen denken dat het weer in Saksen zou eindigen. Het moest zo zijn dat de grondstof voor het oorspronkelijk kobaltblauw in Saksen werd ‘ontdekt’ en voor het eerst grootschalig werd gedolven in het Ertsgebergte.
 

Het middeleeuwse hertogdom Saksen was uitgestrekt. Daar hoorden ook gebieden in Noord-Oost Nederland bij. Klopt het dat het Saksisch nog doorklinkt in de streektalen? Zo ja, kun je daar enkele voorbeelden van geven?

Het beginidee voor De Afstammeling was een tocht van de missionaris Lebuïnus in 770 door het toenmalige Saksenland. De grens met het land van de Franken werd toen gevormd door de rivier de IJssel. Het fascinerende is natuurlijk dat de grens van dertien eeuwen geleden nog steeds merkbaar is. Het meest duidelijk in de streektalen, maar ook in namen van boerderijen of achternamen. Het dialect dat gesproken wordt in de Nederlandse provincies Drenthe, Groningen, Overijssel en delen van Gelderland (de Achterhoek) is direct verwant met het Saksisch. 
 
Nedersaksisch dialect in Noord-Oost-Nederland
Moi(n): (verbastering van guten Morgen)
Goodgoan: (afscheidsgroet) Het ga je goed!
Weerkommen: Tot ziens! (verbastering van wiederkommen)
 
Net als je vader heb jij interesse in geschiedenis. Overweeg je om ooit een zuivere historische (misdaad)roman te schrijven of vind je net de wisselwerking tussen toen en  nu een boeiend gegeven?

Ik ben onvoldoende historicus om een zuivere historische roman te schrijven. Om een bepaalde periode in de geschiedenis realistisch weer te geven is meer kennis nodig dan ik bezit. Ik zou daar echt studie van moeten maken. Wie weet als ik nog een keer tijd over heb. Daarnaast vind ik geschiedenis op zich niet altijd interessant. Dat wordt het pas als ik de gevolgen ervan voor de huidige tijd kan duiden. Vandaar dat de vorm die ik nu heb gekozen mij uitstekend bevalt.
Kasteel Moritzburg bij Dresden:
jachtslot van de Saksische vorsten
© Scriptor
Je wordt steeds gecomplimenteerd met het kundig en overzichtelijk samenstellen van een veelzijdige plotpuzzel. Raak je zelf wel eens de weg kwijt?  

Het houden van overzicht is iets waar ik goed in ben. Tijdens het schrijven raak ik zelden de weg kwijt. Dat is anders als ik ga sleutelen aan het manuscript, wat natuurlijk altijd nodig is. Als ik één stukje weghaal, moeten veel andere stukjes ook worden verplaatst. Daar moet ik altijd vreselijk hard over nadenken, en ik vraag mij wel eens zuchtend af waarom ik het niet wat gestructureerder heb aangepakt. Mijn redacteur vroeg mij naar mijn tijdschema. Zij was hoogst verbaasd dat ik dat niet had. Het zit in mijn hoofd, zei ik.
 

Je bent hydroloog van opleiding. Zou dat vakgebied een invalshoek voor een misdaadroman kunnen zijn? 

Zeker, ik zou daar verschillende invalshoeken voor kunnen bedenken: dreiging van overstromingen, verontreinigd grondwater, dalend grondwater waardoor Nederlandse steden wegzakken door rottende heipalen, zoute kwel in West-Nederland, etc. Ik zal overigens niet de eerste zijn die water gebruikt als thema. De kans is echter groot dat ik het in de toekomst toch een keer ga doen.
 

In Blauw goud zegt Titus: ‘Ik ben bang dat er niet veel te kiezen is. Keuzevrijheid en zelfbeschikking zijn illusies.’ Ervaar jij dat zelf ook zo? 

Dat is één van de grote levensvragen en filosofen hebben er boeken over volgeschreven. Ik ervaar het inderdaad wel vaak zo. Ik kan natuurlijk best ‘grote’ beslissingen nemen: baan opzeggen, andere partner kiezen, emigreren en een camping beginnen. Het is echter vraag hoezeer je leven daar echt door verandert. Aan de ene kant is er het ‘systeem’ dat je vrijheid behoorlijk beperkt. Overal ter wereld moet je een ambtelijke papiermolen door om iets voor elkaar te krijgen. Aan de andere kant verander je als persoon niet of nauwelijks. Waar je ook bent, welke keus je ook maakt, je moet het met jezelf doen.  
 
Stadszicht Deventer
© Mark Deckers
In De afstammeling valt een andere beschouwende uitspraak op: ‘Sentimenten doven nooit. Dat is het belang van geschiedenis.’ Spreek jij daar door de mond van Berend? 

Uiteraard probeer ik als schrijver te voorkomen meningen via mijn boek de wereld in te slingeren. Zo gauw ik in een boek een politieke of andere boodschap bespeur, haak ik als lezer af. In dit specifieke voorbeeld is het wel een gedachte die ik zou kunnen verdedigen en die in mijn ogen een grote geldigheid heeft. Op grote schaal verklaart het de beperkte successen van vredesmissies in oorlogsgebieden. Op kleinere schaal speelt het ook. Kijk maar naar een televisieprogramma als de Rijdende Rechter. Veel slepende burenruzies gaan over niets, maar zijn door vastgelopen sentimenten uitgegroeid tot grote drama’s.
 

Ook het boekbedrijf voelt de crisis. Is dat iets dat je zorgen baart? Praten auteurs daar onderling over? 

Wat is crisis? Dat de economie een paar procent krimpt? Dat de koopkracht daalt in plaats van toeneemt? Er worden nog steeds veel boeken verkocht. Alleen zijn er veel meer auteurs gekomen en veel meer uitgevers. De drempel om een boek uit te geven is enorm verlaagd. Dat heeft ongetwijfeld tot gevolg dan de omzet van veel uitgevers daalt. En dat veel boekwinkels het moeilijk hebben heeft ook te maken met internet. Ik kan me niet voorstellen dat bol.com klaagt over de crisis. Het baart mij in ieder geval geen zorgen. Er zijn niet zoveel auteurs die alleen met de verkoop van boeken een dik belegde boterham verdienen. Je hebt als auteur meerdere inkomstenbronnen nodig en de werkzaamheden naast het schrijven kun je maar beter met een beetje plezier doen. Dat scheelt een hoop frustratie en verongelijktheid.
 
Trofee Diamanten Kogel:
kunstwerk van Wim Delvoye met bovenaan vier diamanten
Welke invloed, denk je, heeft het krijgen van de Diamanten Kogel 2012 op je schrijversschap?  

Nu, twee weken na de uitreiking, voel ik dat die invloed groter is dan ik aanvankelijk dacht. Het gevoel van ‘dat nemen ze me nooit meer af’ en ‘dat heb ik toch maar mooi gepresteerd’ is op dit moment bijzonder sterk. Een schrijver is kwetsbaar. Met een boek toon je de wereld wat je zelf, jij alleen, hebt gemaakt. Er is niets of niemand waarachter je je kan verschuilen als je kritiek krijgt. Het ligt niet in mijn aard om me in mijn schrijven te laten hinderen of remmen door die onzekerheid, maar ik heb hem wel. En ik voel altijd een spanning als ik een nieuwe recensie, zoals die op deze blog, onder ogen krijg. De Diamanten Kogel neemt die onzekerheid en die spanning niet weg, maar dempt hem wel.
 

Tot slot: waar komt de naam Almar vandaan? Hoort die ook bij de Saksische nalatenschap in Oost-Nederland?   

Almar is een samenvoeging van Albert en Marinus, de namen van mijn twee opa’s. Beide waren boer in Drenthe, inderdaad van Saksische afkomst.

 
Lees hier de recensies van De afstammeling, Blauw goud en Jeugdzonde
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten